Gratis verzending
bij bestellingen vanaf € 69
55.000 artikelen
staan klaar voor verzending
Geld terug
Ruilen binnen 30 dagen
U hebt de volgende artikelen in uw winkelwagentje geplaatst
Gratis verzending
bij bestellingen vanaf € 69
55.000 artikelen
staan klaar voor verzending
Geld terug
Ruilen binnen 30 dagen
Basversterkers zijn om twee redenen onmisbaar: ze leveren het nodige volume en de headroom om in repetities en op het podium overeind te blijven, én ze bepalen in grote mate je eigen bassound. Daarom bestaan er zoveel formaten en schakelingen. Omdat die keuze—zeker voor beginners—overweldigend kan lijken, zetten we hieronder de belangrijkste verschillen op een rij.
De moderne basversterking gaat terug tot 1946, met de oprichting van Ampeg en Fender in de VS. Ampeg ontwikkelde al vroeg pickups en amps voor contrabas en bracht de Michael-Hull Bass Amp met 18 watt uit—algemeen gezien als de eerste seriematig gebouwde versterker voor basinstrumenten. In 1951 introduceerde Leo Fender naast de revolutionaire Precision Bass de iconische Fender 5B6 Bassman met 26 watt, die nog steeds geldt als de voorloper van moderne gitaar- en basversterkers.
In de decennia daarna kwamen tal van bouwers met vernieuwingen die basamps krachtiger, veelzijdiger en beter draagbaar maakten. Een grote sprong was de komst van Class-D eindtrappen, die veel vermogen bij relatief laag gewicht leveren als alternatief voor klassieke buizen-eindtrappen.
Net als bij gitaaramps verschillen basversterkers in formaat, features en—vooral—het type versterker. Afhankelijk van de topologie focus je op power voor live, de juiste aansluitingen voor studio of een handige koptelefoon-setup om thuis te oefenen. Het gekozen type is dus een cruciale beslissing.
De meest voorkomende types:
Buizenversterkers horen bij de oudste ontwerpen en—met klassiekers zoals de Fender Bassman (al sinds de jaren 50 naast de Precision Bass)—hebben ze de langste traditie. Ze zijn geliefd om hun feel en warme dynamiek, maar vragen meer onderhoud en wegen doorgaans meer.
Transistorversterkers leveren ook bij lagere volumes een volle, consistente klank, ideaal voor thuis, studio en podium. Ze zijn doorgaans lichter en energiezuiniger dan buizenamps.
Hybride versterkers combineren een buizen-preamp (voor karakter en warmte) met een transistor-eindtrap (voor betrouwbare, regelbare output). Zo krijg je het begeerde buizengeluid met praktische volumebeheersing in elke situatie.
Modellingversterkers steunen volledig op digitale signaalverwerking en zijn qua klankmogelijkheden het meest flexibel. Een DSP simuleert een brede waaier aan versterkercircuits met overtuigend realisme—dé all-in-one oplossing voor vrijwel elke stijl.
Naast de schakeling zijn er verschillende bouwvormen. Op grotere podia kom je vaak amp heads tegen—met preamp en eindtrap maar zonder luidsprekers—te combineren met één of meer basboxen. Groot voordeel: je kunt heads en cabs mixen en matchen voor eindeloos veel klankcombinaties.
Een compactere en eenvoudigere optie is de bas-combo. Die integreert voor- en eindversterker plus één of meer speakers in één behuizing en is makkelijk te transporteren. Populair bij beginners en gevorderden, maar ook bij pro’s die een draagbare set zoeken voor kleine tot middelgrote gigs.
Moderne amps bieden tal van extra’s die de functionaliteit uitbreiden—van veelzijdige klankregeling (EQ) en onboard-effecten tot handige I/O-opties. De meeste hebben een equalizer met afzonderlijk te boosten of te dempen banden; vaak is er ook een compressor om dynamiekverschillen te nivelleren.
Vooral modellingversterkers bieden uitgebreide effectsecties—met modulaties, reverb, delay en meer—zodat je zonder externe pedalen een breed klankpalet kunt verkennen.
Praktische pluspunten zijn o.a. ingebouwde tuners, een aparte tuner-out, koptelefoonuitgangen, aux-ingangen en aansluitingen voor opname-apparatuur zoals audio-interfaces of mixers. Zo neem je snel, eenvoudig en vaak stil op—met uitstekende geluidskwaliteit.
