Tot de percussie behoren alle slaginstrumenten die niet tot de standaarduitrusting van een drumstel behoren. De meeste percussie-instrumenten worden met de hand bespeeld, maar sommige ook met stokken of mallets. Vrijwel elke cultuur heeft zijn eigen percussietradities ontwikkeld, afgestemd op de lokale muziek. Veel instrumenten lijken op elkaar, maar voegen toch hun eigen karakter en klankkleur toe. Tegenwoordig is het heel gebruikelijk om percussie uit andere culturen in moderne muziekstijlen te integreren – denk aan shakers, cowbells en conga’s uit de Afro-Cubaanse muziek. Ook Aziatische percussie wint door globalisering steeds meer terrein. De Braziliaanse muziek is wereldwijd beroemd om haar enorme diversiteit aan percussie: een sambabatterij bestaat vrijwel volledig uit percussie-instrumenten.
Cajons behoren tot de populairste percussie-instrumenten: ze zijn betaalbaar, veelzijdig en leveren een verrassend vol geluid. Oorspronkelijk afkomstig uit Peru, heeft de cajon wereldwijd aan populariteit gewonnen, vooral als compacte drumstelvervanger voor akoestische of “unplugged” settings. In de klankkast zitten snaartjes of snaren die zorgen voor een snaredrum-achtig geluid wanneer je op het bovenste deel slaat. In combinatie met de diepe basklank uit het midden ontstaat zo een mini-drumstel dat bovendien dienstdoet als kruk voor de drummer.
Bongo’s bestaan uit twee met elkaar verbonden trommels – de kleinere Macho en de grotere Hembra. Ze worden met de handen bespeeld en zijn ideaal voor snelle ritmische patronen, accenten en korte solo’s. Ze worden veel gebruikt in latin, salsa, acoustic pop, world music en straatmuziek.
Dankzij het directe speelgevoel zijn bongo’s perfect voor beginners, leerlingen, muziekscholen en gevorderde percussionisten die op zoek zijn naar een veelzijdige klankbron. Ze zijn licht, draagbaar en ideaal voor sessiemuzikanten.
Conga’s zijn grote, kelkvormige handtrommels die traditioneel staand of op een standaard worden bespeeld. De meest voorkomende maten – quinto, conga en tumbadora – bestrijken verschillende toonhoogten en leveren een breed spectrum aan bas-, open-tone- en slapklanken.
Ze zijn een vast onderdeel van latinbands, salsa-ensembles, world-musicgroepen en akoestische popacts. Conga’s zijn bijzonder geschikt voor gevorderde spelers en ambitieuze beginners die op zoek zijn naar een vol, expressief percussie-instrument.
Djembe’s zijn Afrikaanse verwanten van de conga’s, met een kelkvormige houten romp en een bespannen vel. Dankzij de bijzondere resonantievorm produceren ze diepe, volle bastonen, terwijl slagen aan de rand heldere, scherpe slaps opleveren.
Djembe’s worden gebruikt in Afrikaanse tradities, world music, percussiegroepen en het onderwijs (scholen, workshops, drumcircles). Ze zijn geschikt voor beginners, groepslessen en ervaren percussionisten die een expressief instrument voor grooves en solo’s zoeken.
Net als een djembe zijn darbuka’s en doumbeks kelkvormige trommels, maar hun romp is vaak gemaakt van metaal of keramiek in plaats van hout. Door hun slanke vorm en strak gespannen vel ontstaat een heldere, prominente klank met de typische “dum” en “tak”-slagen.
Darbuka en doumbek zijn klassieke percussiegeluiden voor Oosterse muziek, buikdans, wereldmuziek en akoestische fusion. Ze passen goed bij gevorderde beginners en ervaren spelers die op zoek zijn naar een uitgesproken, gedetailleerde klank.