PA en show zonder microfoons? Ondenkbaar! Zangers en muzikanten gebruiken ze net zo goed als presentatoren en sprekers, acteurs en musicalartiesten. Maar welk model past bij welk gebruik? Wij gidsen je door de microfoondoolhof – met tips & bestsellers. Grote keuze, scherpe prijzen & 3 jaar garantie.
Voor we de vele types voor PA en live doornemen, kijken we naar basisprincipes die voor bijna alle modellen gelden. Zo kies je het juiste microfoon-type voor podium, studio of presentatie.
Bekende merken:
De membraangrootte beïnvloedt ruis en klankkarakter sterk. Er zijn twee hoofdcategorieën:
Grootmembraanmodellen leveren vaak minder ruis en een vollere klank; kleinmembraanmodellen klinken neutraler en zeer gedetailleerd.

Beide types werken prima live. Maximale robuustheid nodig? Kies dynamisch. Topklank prioriteit? Ga voor een condensator.

De richtingskarakteristiek bepaalt uit welke richting een microfoon vooral geluid oppikt.
Belangrijkste patronen:
Praktijkvoorbeelden:
In moderne pro-setups zelden een probleem, omdat microfoons en preamps goed op elkaar zijn afgestemd.
Vuistregel: ingang ≈ 5× uitgang om niveaubehoud en lage vervorming te garanderen.
Bekabeld
Draadloos
Kleine tot middelgrote podia: bekabeld is vaak voldoende. Grote shows/met veel beweging: professionele draadloze systemen zijn de standaard.

Microfoons houden niet van windgeruis, sisklanken en plosieven (P/T). Oplossing: popschermen en windschermen die luchtstoten van het diafragma weghouden.
Veel modellen hebben een geïntegreerd popfilter in de korf; daarnaast zijn er schuim-windkappen of externe popschermen op statief.

De stem is in veel genres het belangrijkste ‘instrument’. Bij zangmicrofoons wil je dus geen compromissen sluiten. Heldere articulatie, presence en doordringingskracht – live én in de studio.
Twee factoren tellen:
Een fantastisch klinkende maar fragiele microfoon is niets voor het podium; een onverwoestbaar maar dof klinkend model evenmin. De juiste mix van sound & robuustheid wint.
De klassieker Shure SM58 staat al decennia op het podium.
Twee hoofdtypen:
“Condensator = altijd beter” klopt niet: de toepassing beslist (zie 1.2).

Instrumentmicrofoons moeten de klank van het instrument natuurgetrouw, gedetailleerd en breedbandig overbrengen. Per instrumentgroep zijn er andere favorieten.
Doorgaans wordt de versterker/kast gemikt. Dynamische microfoons zijn hier favoriet: robuust, makkelijk te plaatsen, punchy sound.
Klassiekers voor gitaarcabs:
Ook geliefd: ribbonmicrofoons (bv. Royer R-121) met zachte highs en grootmembraan-condensators (bv. Neumann U87) met brede respons en stevige bas.

Tip: plaatsing = klank. Afstand tot de speaker, positie (centrum vs. rand) en hoek veranderen attack en presence.
Belangrijke factoren bij de cab:
Hier scoren condensatormicrofoons dankzij brede bandbreedte en hoge sensitiviteit.
Richtingskarakteristiek liever niet te smal: de hele gitaar klinkt. Cardioïde is veilig; omni pakt extra kamerresonantie mee.
Plaatsing: klassiek op statief voor de gitaar of met zwanenhals-houder op de kast – handig bij ensembles.
Populaire modellen:

Hoeveel microfoons? Van minimal tot full close-miking. Idealiter krijgt elk element een eigen micro.
Niet altijd wordt elk onderdeel apart gemikt – vaak combineer je groepen (zoals hi-hat/overheads). Belangrijk: het micro-type moet het typische frequentiespectrum van het element goed dekken.

Kies tussen direct (clip op het instrument) en indirect (micro op statief).
Direct: clip-micro bij de klankbeker (bv. saxofoon/trompet) – compact en discreet.
Indirect: één of twee micro’s in stereo vóór solist/sectie voor een breed, natuurlijk beeld.

Waar let je op bij blazers:
Handen vrij bij show, sport of lezing? Dan is een headset ideaal. De microfoon staat direct voor de mond – met verschillende bevestigingen:
Gangbare patronen: omni (rustige omgeving/meer ambience) en cardioïde (focus op stem).

Groot pluspunt: de afstand tot de mond blijft constant – ook bij hoofdbewegingen. Headsets werken meestal draadloos via bodypack: maximale vrijheid op het podium.
Lavaliermicrofoons (clip-on/revers) zijn zeer compact en worden aan kleding bevestigd – ideaal voor presentaties, interviews en contentcreatie. Heel onopvallend met heldere spraakweergave.
Meer details in de uitgebreide categorietekst.

Op zoek naar een compacte spraakmicrofoon? Beide opties hebben duidelijke voordelen:
Headsets zijn zichtbaarder, maar waarborgen een constante mondafstand en dus stabiel niveau (fijn voor de mix). Lavalier scoort met discretie.
Vuistregel: hoe meer beweging op het podium, hoe geschikter de headset. Voor statische, discrete toepassingen is lavalier top.
Geen podiumsterren, wel onmisbaar: installatiemicrofoons. Vast op lessenaar/spreekgestoelte gemonteerd zorgen ze voor heldere, betrouwbare spraak via de PA.
Zwanenhalsmicrofoons zijn hier populair – slank & onopvallend en flexibel te richten voor optimale verstaanbaarheid. Vaak met hypercardioïde patroon om omgevingsgeluid uit te sluiten: spreek dus zo recht mogelijk in.
Een low-cut (rumble-filter) vermindert laag en verbetert de spraakverstaanbaarheid. Handig: er zijn ook zwanenhalsmicrofoons met tafelvoet – geen boorwerk, wel flexibiliteit.
